POSITIEZINTUIG
Het positiezintuig kan voor iedereen als anders ervaren worden. Vind je bepaalde houdingen, bewegingen en dergelijke leuk of eerder niet?
​
Je kan onder- of overprikkeld zijn voor het positiezintuig. Hiernaast vind je enkele voorbeelden.
​
Let op: slechts ENKELE voorbeelden. Nog andere criteria zijn dus mogelijk.
Het positiezintuig
Het zintuig proprioceptie neemt prikkels waar door sensoren in onze spieren, pezen en gewrichtsbanden. Je voelt met dit zintuig de houding van gewrichten en je voelt bewegingen. Zonder te hoeven kijken, voel je precies waar en in welke positie je lichaamsdelen zich bevinden en hoe je beweegt. Je kan daardoor een stoep op- of afstappen, zonder dat je naar je benen en de stoeprand hoeft te kijken en je weet zonder naar je hand te kijken of je vingers gestrekt of gebogen zijn.
Beweging werkt samen met tast, evenwicht en zicht. Je hebt je positiezintuig onder meer nodig om lichaamsdelen langere tijd in een stand te houden. De spieren spannen of ontspannen zich om een houding te kunnen handhaven. Dit gebeurt grotendeels onbewust.
​
Onderprikkeld persoon:
-
Lichaam minder voelen.
-
Moeite om een houding vast te houden.
-
Ingezakte houding.
-
Erg beweeglijk.
-
Heftiger en onhandiger tijdens bewegen.
-
Minder gevoel voor wat hard botsen is.
-
Botst meer omdat hij minder goed voelt hoe hij beweegt en waar hij in de ruimte is ten opzichte van anderen.
-
Vaker struikelen omdat hij minder voelt waar zijn voeten zijn in verhouding tot de omgeving.
-
Bewegingen zijn minder goed gecoördineerd.
-
Moeite met schrijven omdat hij niet goed voelt wat hij voelt, drukt hij te zacht of te hard op het potlood.
-
Kan niet zonder te morsen een volle beker naar de tafel brengen
-
Kan zich minder goed meebewegen tijdens het aankleden
-
Onhandig, vaak stoten
(Thoonsen en Lamp, 2015)
​
Overprikkeld persoon:
-
Vindt het fijn om stil op zijn stoel te blijven zitten, want dan komen er minder prikkels binnen via dit zintuig.
-
Zelfs wanneer hij stilzit op zijn stoel kan hij zijn spieren en gewrichten voelen, wat erg kan afleiden.
-
Stijve houding en beweging vermijden omdat hij alle bewegingen zo intens voelt in zijn spieren en gewrichten.
-
Heeft er moeite mee wanneer andere mensen hem bewegen.
-
Kan heel goed zonder morsen een volle beker naar de tafel brengen.
-
Is gespannen wanneer hij bewogen wordt bv aan-en uitkleden
-
Wil niet over zachte en hobbelige ondergronden lopen zoals zand of grond
(Thoonsen en Lamp, 2015)
​
Wil je graag meer weten over jouw positiezintuig? Wil je graag eerst meer informatie? Neem dan gerust contact met me op.
​
Maak een afspraak
Wens jij een afspraak te maken voor je kind, jezelf, een familielid? Aarzel dan zeker niet om contact op te nemen. Samen werken we namelijk een persoonlijke aanpak uit, volledig op maat.
​​
Na het eerste intake gesprek kan u nog kiezen of u al dan niet verder gaat met de therapie.