FAALANGST

 

Wat is het?

Faalangst gaat over een interne angst of zorgen die optreden in situaties waarin we beoordeeld/ geëvalueerd worden of een prestatie moeten leveren. Angst om om te falen, tekort te schieten of niet aan verwachtingen te voldoen. Het gevolg hiervan kunnen emotionele en/of fysieke klachten zijn die ons belemmeren in het dagelijks leven. 

​

Voorbeelden:

• Buikpijn voor een toets.

• Misselijk voor een spreekopdracht.

• Piekeren en niet kunnen slapen.

• Niet durven starten aan een taak.

• Trillen bij het moeten doen van een opdracht.

• Zwetende handen.

• ongehoorzaam gedrag

• ...

​

Er ligt heel wat druk op kinderen en jongeren, je ‘moet’ naar school, je ‘moet’ voor een grote groep kunnen spreken, je ‘moet’ kunnen volgen in de klas, je ‘moet’ goede punten hebben. Indien er iets minder goed of niet gaat, krijg je een opmerking of slechte punten van andere. Daarnaast beoordeel je ook nog eens jezelf.

 

Maar, kinderen en jongeren met faalangst zijn niet allemaal hetzelfde! 

​

Faalangst kan zich bij verschillende contexten voordoen. Faalangst heeft niet enkel te maken met angst voor taken/toetsen. 

​

1. Angst hebben om te mislukken bij taken of toetsen.

Voorbeelden:

-Je denkt vaak dat je iets niet gaat kunnen.

-Je het angst bij toetsen/examen.

-Je hebt angst wanneer de juf een onverwachte toets doet.

-Je durft niet aan de taak/toets te beginnen.

-Je hebt vaak buik- of hoofdpijn bij een toets/nieuwe opdracht.

-Je werkt steeds minder voor school, want je denkt dat het toch niet lukt.

-Als de juf een vraag stelt, durf je niet antwoorden of zeg je dat je het niet weet.

-Je bent niet te tevreden met een 9/10.

-…

​

2. Angst om voor of in een groep te staan, angst wat andere van je denken. 

Voorbeelden:

-Je durft je niet in te schrijven in een sportclub omdat je niemand kent.

-Je durft niet te spreken.

-Je denkt dat je nergens bij hoort.

-Je denkt dat andere je zullen uitlachen.

-Je hebt vaak buik- of hoofdpijn als je voor een groep moet staan.

-Je durft geen nee zeggen als iemand iets vraagt.

-Je bent bang dat iemand je in de steek zal laten.

-Je verstopt je onzekerheid door de clown te spelen.

-…

​

3. Angst bij een sport of opdracht die controle over je spieren vraagt. 

Voorbeelden:

-Je bent bang voor de turnles/zwemles.

-Je hebt bang als je iets moet uitdelen.

-Je bent bang als andere op je vingers kijken als je een motorische taak uitvoert (tekenen, schrijven).

-Je bent bang als je iets motorisch moet voordoen in de klas.

-…

​

Hoe reageer je bij faalangst

Iedereen kan anders reageren bij faalangst. Het is belangrijk om te weten wat jij doet als je faalangstig wordt, om je gedrag te veranderen. Voor de omgeving is het belangrijk om achter het gedrag te kijken, want elk gedrag wordt gesteld om een reden. 

​

Voorbeelden gedrag: clownesk, vluchten, perfectionisme, roepen, opgeven, veel emoties, wenen, paniek, niet in actie komen, bevriezen,...

​

Wat nu? Wat kan je aan faalangst doen?

Heb je het gevoel dat je kind faalangst heeft of stelt je kind bepaald gedrag waarvan je de oorzaak niet kent? 

​

Het is belangrijk om dit samen te onderzoeken!

 

​