top of page
Image by Cris Saur

ALERTHEIDNIVEAUS

De prikkelverwerking heeft een invloed op ons gedrag en op ons gevoel.

We voelen ons het ene moment beter in balans of in ons vel dan het andere moment.

 

Een goede balans= de juiste staat van alertheid en kunnen reguleren.

In balans

Modulatie

 

 

 

 

 

 

 

Wanneer een persoon op vlak van prikkelverwerking volledig in balans is, dient er een evenwicht te zijn tussen habituatie en sensitisatie, dit wordt modulatie genoemd. Continue habituatie zou leiden tot in slaap vallen of saaiheid, je zou de prikkels als het ware niet meer waarnemen omdat je ze gewoon bent. Continue sensitisatie daarentegen zou leiden tot te veel prikkels, een overprikkeling.

Balans

De prikkelverwerking heeft een invloed op ons gedrag en op ons gevoel.

We voelen ons het ene moment beter in balans of in ons vel dan het andere moment.

Een goede balans= de juiste staat van alertheid en kunnen reguleren. bv kalm/gefocust . Veiligheid en vertrouwen zijn enorm belangrijk in dit proces. We kunnen dan op een functionele en productieve manier reageren op die zintuiglijke wereld.

 

Dit is moeilijker als we ons uit balans voelen. Wanneer we ons moe, verdrietig, gestrest of opgewonden voelen heeft ons brein niet de ruimte om informatie gepast te verwerken en dan is het gedrag ook niet altijd even gepast of aangenaam. 

Van kinderen wordt er vaak gevraagd om zich te reguleren. Zo zien we sommige kinderen bijvoorbeeld wiebelen of friemelen. Dit lijkt dan een gedrag en sommige plakken er dan labels op zoals adhd, terwijl het een regulatiestrategie is. Het is dan belangrijk om te kijken of dit gedrag helpt om zich te reguleren. Soms probeert men iets maar is het niet effectief. Soms slaan kinderen als ze boos zijn. Zoeken naar iets dat op dezelfde manier voor ontspanning zorgt en ‘acceptabel’ is. In boosheid zit veel kracht, kijken hoe we de kracht van een kind positief kunnen inzetten. Vertrekken vanuit wat het kind wel kan en welk zintuigelijk systeem het kind als aangenaam ervaart.

 

Het is belangrijk om de eigen of anderen hun signalen te kennen. 

 

Wanneer een kind onaangenaam gedrag vertoont:

Als je kind lastig gedrag vertoont, zeg dan niet " stop daarmee" , " het is toch altijd hetzelfde", "kan je nu nooit eens luisteren". Zeg wel: "Ik zie dat je het speelgoed omver duwt, wat is er aan de hand? Geef erkenning: "ik begrijp dat je ook graag met dat speelgoed speelt, alleen maken we het niet kapot. Volgende keer vraag je eerst of je ook mag meedoen. Laat je kind mee nadenken over een oplossing. “Hoe zouden we dit nu kunnen oplossen, heb jij ideeën?” Zo kijk je wat de behoefte is achter het gedrag en leert je kind zelf oplossingen bedenken. Zo creëer je een leermoment. Om op de juiste manier te reageren moeten de zintuigen samenwerken. Dit is een leerproces dat we gedurende de jaren van ons leven kunnen verfijnen. Zolang onze zintuigen bezig zijn in het waarschuwen voor gevaar is het moeilijk om iets nieuws te leren, om te onthouden , je aandacht bij je taak te houden. Wanneer we die balans en veiligheid voelen staan we open voor nieuwe dingen , om te genieten van wat er nu is. 

Het in “balans” voelen kent verschillende zones 

  • In de groene zone kunnen we tot rust komen om te slapen of in actie schieten om aan een taak te beginnen. De alertheid is goed. 

    • precies goed, klaar om te leren, spelen en goed met anderen overweg te kunnen,…

  • In de blauwe zone hebben we een te lage alertheid. De persoon lijkt traag, moe, lui, te weinig energie.

    • Te laag, hypo.

  • In de oranje zone heeft de persoon een hoger opwindingsniveau, de persoon wordt drukker.

  • In de rode zone heeft te persoon een te hoog opwindingsniveau. De persoon komt energiek, impulsief, nerveus over.

    • Te hoog, hyper. Overprikkelt, te druk.

 

Onze staat van alertheid/opwinding verandert gedurende de dag, dat is normaal. We kunnen ons zelf reguleren om in balans te blijven en daarvoor moeten we bepaalde strategieën gebruiken die bij iedereen anders is.

 

Bijvoorbeeld: om van rust naar actie over te gaan kan je als strategie hebben om je uit te rekken. Om van actie naar rust over te gaan kan je als strategie hebben om op je ademhaling te letten.  

 

Wanneer we op tijd voelen dat we uit balans gaan, kunnen we zelf op zoek gaan naar een regulatiestrategie of kunnen we hulp vragen hiervoor. Het kan ook zijn dat we het niet op voorhand voelen en in de rode of blauwe zone geraken. Het is dan belangrijk dat je tot een bepaald rust- of actieniveau kan komen.

Signalen die we zouden kunnen voelen m.b.t. alertheidniveaus

In de blauwe zone/oranje zone:

  • Trager bewegen dan anders

  • Tragere reageren bv als iemand iets vraagt, je lijkt niet te luisteren,…

  • Meer moe voelen en minder energie hebben

  • Onderuitgezakt zitten, vallen van je stoel

  • Langzamer en/of stiller praten

  • Minder gezichtsuitdrukkingen hebben

  • Friemelen en wiebelen om wakker te blijven

  • Weinig tot geen oogcontact

  • Vanachter in een rij of groep blijven

 

In de oranje/rode zone:

  • Gebalde vuisten

  • Spanning in je lichaam

  • Weg lopen

  • Zich afsloten of weg stappen

  • Warm krijgen, zweten, rood worden

  • Veranderde ademhaling

  • Sneller bewegen

  • Veel lachen

  • Sneller schrik hebben

  • Impulsiever of minder beheerst reageren

  • Gooien met voorwerpen

  • Agressief reageren

  • Bedekken van oren of ogen

  • Emotioneel of overgevoelig reageren

  • ...

Voorbeelden

Voorbeeld 1: Persoon doet handen over de oren. We zijn geneigd om een kind direct een hoofdtelefoon te geven. Maar wat leert het kind hiervan? Het kind heeft ook (aangename) auditieve prikkels nodig en met een hoofdtelefoon gaat de persoon nog opzoek gaan naar geluiden, de persoon kan hierdoor nog gevoeliger worden voor geluiden. Of misschien heeft de persoon geen last van geluid maar van de bewegingen rondom hem.

 

Voorbeeld 2: Persoon hangt op hand en lijkt hierdoor lui. Zijn de houdingspieren wel sterk genoeg? Persoon heeft nood aan proprioceptieve en vestibulaire prikkels om zijn houdingspieren te trainen. Het opbouwen, laten bewegen en af en toe tussendoor toch laten hangen.

 

Voorbeeld 3: Persoon is overprikkelt en weet niet waarom. Veel stress kan ervoor zorgen dat je gevoeliger bent. Het is belangrijk om de emotie(s) toe te laten bv angst en bewust te voelen wat we in ons lichaam voelen. Anders laat je je overspoelen door je emoties, dingen uit je verleden,…

 

Voorbeeld 4: Persoon kan de aanraking van anderen echt niet verdragen. Is er een traumatische ervaring? Vanuit onze vroegere ervaringen gaan we voorspellingen doen. Hierdoor kunnen er voorspellingsfouten optreden. De persoon kan denken dat iets gevaarlijk is maar het niet zo is. Het is belangrijk dat we kijken wat de persoon wel kan verdragen en deze zintuigen doorheen de dag voldoende ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld eerst mogen bewegen en dan pas de tactiele prikkel krijgen. Goed kijken wat de persoon zijn voorspellingen zijn i.v.m. aanraking. Vertrekken vanuit wat wel lukt. En stilaan toevoegen wat moeilijker is.

 

Voorbeeld 5: Persoon slaagt als hij zich boos voelt. Zoeken naar iets dat voor dezelfde manier van ontspanning zorgt voor die persoon. Zoals met de armen zwaaien, in iets knijpen. In boosheid zit veel kracht. Nagaan hoe de persoon zijn kracht positief kan inzetten.

Wil je graag meer weten over jou alertheidniveaus? Bij ErgoTina kan je dit volgen. Wil je graag eerst meer informatie? Neem dan gerust contact met me op.

autisme Therapie

Alertheidniveaus - Samen ertegenaan

Maak een afspraak

Wens jij een afspraak te maken voor je kind, jezelf, een familielid? Aarzel dan zeker niet om contact op te nemen. Samen werken we namelijk een persoonlijke aanpak uit, volledig op maat. 

Na het eerste intake gesprek kan u nog kiezen of u al dan niet verder gaat met de therapie.

bottom of page